Minister Koolmees van Sociale Zaken heeft een brief met wijzigingen en precieze randvoorwaarden van de NOW 3 naar de Tweede Kamer gestuurd.
Het kabinet heeft vanwege de voortdurende coronacrisis in augustus het steun- en herstelpakket aangekondigd dat vanaf 1 oktober geldt. Een van de maatregelen is de verlenging van de steunmaatregel NOW met negen maanden.
In de systematiek is de derde NOW-regeling grotendeels hetzelfde als NOW 1 (maart, april en mei) en NOW 2 (juni, juli, augustus en september). Om banen te beschermen in deze crisis kunnen werkgevers een deel van de loonkosten vergoed krijgen, afhankelijk van hun omzetverlies.
Om de NOW 3 beter aan te laten sluiten op de huidige economische realiteit is er een aantal wijzigingen.
Vergoedingspercentage omlaag
De NOW 3, die negen maanden duurt, is opgedeeld in drie keer drie maanden die werkgevers afzonderlijk kunnen aanvragen. In deze periode van negen maanden gaat het vergoedingspercentage per tijdvak geleidelijk naar beneden.
Hiermee wil het kabinet ondernemers de tijd en ruimte geven om waar het kan te overbruggen en waar het nodig is zich te kunnen aanpassen aan de nieuwe economische realiteit.
Nu de crisis voortduurt, betekent dit ook dat sommige werkgevers moeten bezuinigen op de loonkosten. Zij vervangen bijvoorbeeld medewerkers die met pensioen gaan niet meer of maken met het personeel, de ondernemingsraad of de vakbond afspraken over een loonoffer of het ontslaan van medewerkers.
Dalende loonsom
De NOW 3 biedt daarom steeds per periode in kleine stapjes ruimte voor een dalende loonsom zonder dat dit leidt tot een korting op de subsidie.
De referentiemaand voor de drie tijdvakken vanaf 1 oktober 2020 tot 1 juli 2021 is juni 2020.
In de derde tranche (1 oktober- 31 december 2020) bedraagt het maximale vergoedingspercentage 80 procent, en kan de loonsom met 10 procent dalen.
In de vierde tranche (1 januari-31 maart 2021) bedraagt het maximale vergoedingspercentage 70 procent, met een loonsomvrijstelling van 15 procent.
In de vijfde tranche (1 april-30 juni 2021) gaat het om maximaal 60 procent van de loonsom met een loonsomvrijstelling van 20 procent.
Bij alle drie de tranches blijft de forfaitaire opslag, zoals die ook gold bij de NOW 2 (40 procent), in stand.
Omzetverlies 20 of 3o procent
In het kader van een geleidelijke afbouw wordt ook het minimale omzetverlies om in aanmerking te komen voor subsidie verhoogd van 20 procent in de derde tranche naar 30 procent in de vierde (vanaf 1 januari 2021) en vijfde tranche (vanaf 1 april 2021).
Maximering
Tot slot wordt de maximering van het in aanmerking te nemen loon binnen de NOW-3 aangepast: in de vijfde tranche (vanaf 1 april 2021) wordt de tegemoetkoming gemaximeerd op eenmaal het maximum dagloon (€ 4.845 per maand) in plaats van op twee maal het maximum dagloon (€ 9.691 per maand).
Op die manier komt de vijfde tranche dichter bij de reguliere sociale zekerheid te liggen, waarin ook het maximale dagloon geldt.
Bedrijfseconomisch ontslag
Daarnaast vervallen eerdere voorwaarden uit NOW 1 en NOW 2 rond bedrijfseconomisch ontslag.
Ten eerste vervalt in de NOW-3 de korting van 5 procent op het gehele subsidiebedrag als de werkgever bij grotere ontslagaanvragen geen overeenstemming heeft bereikt met de vakbonden of, bij gebreke daaraan, een andere werknemersvertegenwoordiging.
Bij ontslag van 20 of meer werknemers in een werkgebied van de Wet Melding Collectief Ontslag (WMCO) blijven ook in de NOW 3 wel de regels rondom collectief ontslag onverkort van kracht,
waaronder de verplichting tot het raadplegen van vakbonden en indien aanwezig, de Ondernemingsraad.
Ten tweede geldt in de NOW 3 niet meer dat 100 procent (in de NOW 2, 150 procent in de NOW 1) van het loon van de werknemer die wordt ontslagen om bedrijfseconomische redenen, voor de gehele subsidieperiode in mindering wordt gebracht op de subsidie.
Dit betekent dat in de NOW 3 de werkgever subsidie ontvangt over de loonkosten die hij tijdens de subsidieperiode heeft zolang een werknemer in die periode daadwerkelijk in dienst is. De reguliere ontslagbescherming blijft uiteraard van toepassing.
De regels van het ontslagrecht, waaronder de preventieve toets door UWV, blijven onverkort van
toepassing. Bij ontslag is de werkgever een transitievergoeding verschuldigd.
Als de loonsom meer daalt dan het vrijgestelde percentage dan krijgt een werkgever over dat deel geen subsidie. Bedrijfseconomische ontslagen worden daarin meegerekend.
Inspanningsplicht
In deze subsidieperiode komt wel een inspanningsplicht voor de werkgever om mensen die hun baan gaan verliezen naar nieuw werk te begeleiden. Het kabinet ondersteunt dit met het sociaal pakket ter waarde van 1,4 miljard euro. Dit pakket voorziet onder meer in bemiddeling van werk-naar- werk en in scholing.
Verplicht contact met UWV
De werkgever is verplicht om in het tijdvak waarin hij subsidie heeft aangevraagd contact op te nemen met UWV via de UWV telefoon NOW als hij gedurende dat subsidietijdvak voor werknemer(s) een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen indient bij UWV.
Bij de vaststelling van de subsidie controleert UWV of de werkgever gedurende het subsidietijdvak een aanvraag voor bedrijfseconomisch ontslag heeft ingediend en of de werkgever contact met UWV heeft opgenomen via de UWV telefoon NOW.
5 procent korting
Als wordt vastgesteld dat een werkgever bedrijfseconomisch ontslag heeft aangevraagd, maar geen contact heeft gehad met UWV over van werk naar werk begeleiding, zal de subsidie met 5 procent gekort worden.
Dividend of bonus
De laatste belangrijke voorwaarde binnen de NOW 3 ziet op het niet-uitkeren van dividend of bonussen dan wel de inkoop van eigen aandelen.
De eis blijft net zoals in NOW 2 dat geen bonussen of dividend wordt uitgekeerd of eigen aandelen worden ingekocht, waarmee kapitaal aan de onderneming onttrokken wordt.
In de eerste, tweede en derde tranche geldt dit voor 2020, maar voor de vierde en vijfde tranche van de NOW 3 geldt dit voor 2021.
Bepaling omzetdaling
De wijze van het berekenen van omzetdaling blijft gelijk aan de NOW 1 en 2: de omzetdaling wordt bepaald door een vierde van de omzet van 2019 te vergelijken met de omzet in een door de werkgever te kiezen periode van drie maanden.
Net als in de NOW 1 en 2 kan per tranche worden aangegeven over welke periode de omzetdaling moet worden berekend, waarbij de startdatum altijd op de eerste van de maand moet liggen en
de kalendermaand moet vallen binnen de desbetreffende tranche.
De omzetperiode begint daarom altijd uiterlijk op de eerste dag van de derde kalendermaand binnen een tranche.
Aansluiten
Indien al een aanvraag is ingediend voor NOW 2 en de subsidie is verleend, moet de periode van omzetdaling voor de derde tranche van NOW 3 aansluiten op die periode van omzetdaling waarvoor in NOW-2 subsidie is aangevraagd. Dit geldt ook voor de drie tranches in de NOW 3.
Loonsom juni 2020
Wat betreft de bepaling van de loonsom geldt dat de voorschotten van de drie tranches worden gebaseerd op de loonsom van juni 2020. Indien de polisadministratie voor de maand juni 2020 niet gevuld is wordt uitgegaan van de loonsom van april 2020.
Aanvragen
UWV streeft ernaar het aanvraagloket voor de de derde tranche te openen op 16 november tot 13 december 2020 (vier weken), waarbij subsidie is aan te vragen voor de periode van 1 oktober tot en met 31 december 2020.
Na het toekennen van de subsidie, ontvangt de aanvrager een voorschot van 80 procent in drie termijnen.
Het aanvraagtijdvak voor de vierde tranche is 15 februari tot en met 14 maart 2021.
Voor de vijfde tranche is het beoogde aanvraagtijdvak 17 mei tot en met 13 juni 2021.
Om de NOW 3 uitvoerbaar te houden voor UWV, is ervoor gekozen om de vaststelling voor de drie tijdvakken in één keer uit te voeren, vanaf 1 september 2021.
Visual Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW) 3.0
Bron: 30 september 2020 door Salaris Vanmorgen
Recente reacties